Dag 3, tweede helft – Zon voor de storm
Ja en toen ik dus bij de boei H2W1 kwam en die ronde, werd het volgende rak een mooie aan de windse koers. Ik had wel gezien dat ik met aardig wat wind de halfwinder erbij had gezet. Maar ik had geen idee wat me te wachten stond. Ik had al m’n zeilkleding uit gedaan omdat het zo warm was. En op dat eerste aan de windse rak ging dat ook nog wel oké. Ik was naar de VF18 aan het varen, een boei die er in de afgelopen 2 jaar bij is gelegd en niet op mijn kaart stond. Gelukkig had ik de coordinaten van de boei en kwam ik prachtig uit.
Daarna een kruisrak naa sportboei B. Ik had gewoon m’n genua en m’n grootzeil erop staan en dat ging al snel met 6knopen. Helaas duurde de pret niet lang en kwamen er door de zuidwesterwind over de lengte van het ijsselmeer de golven naar het noorden waar ze zo groot werden als auto’s. Ik heb het niet gehoord in het scheepvaartweerbericht, maar het zou zomaar kunnen dat ze een hoogte hadden van anderhalve meter. En met mijn zeven meter bootje is dat best hoog. Het was ook heel gaaf. De eerste golven die over me heen kwamen maakte me nat, maar met de blauwe lucht en hete zon was dat geen probleem en droogde het snel genoeg. Omdat het een kruisrak was, moest ik steeds overstag en met die golven was dat best een uitdaging. De boot had een behoorlijke helling, dus ik moest steeds klauteren om bij de schoten van de genua te komen. Op gegeven moment had ik wel een goede manier gevonden, ik had behoorlijk wat twist in mijn zeil en door mijn schoot op de overloop eerst naar de lage kant te verschuiven (lij zijde van de boot, kant waar het zeil staat) haalde ik wat van de druk uit het zeil en kwam het bootje weer rechtop. Dan sturen, genua overtrekken en gelijk met de lier helemaal aantrekken en gaan.
Wat fijn was dat ik ontdekte dat ik helemaal oke was met deze situatie, ik was niet bang dat m’n boot het niet zou houden. Na het ‘mast-breekt-van-mijn-boot’ debacel had ik een trauma over gehouden en voel ik vaker de angst dat het nog een keer gebeurd.
Na sportB door naar sportA, de wind was gevoelsmatig verder aangetrokken en de golven groter en heftiger. Ik was ondertussen doorweekt en begon moe te worden. Eerst sportA ronden, was mijn idee. Na sportA, die voor de deur bij den Oever ligt, ben ik de zeilen gaan wisselen. Een rotklus op dat springende voordek. Maar ook ditmaal met rust en beleid, niet te snel willen, heb ik m’n fok op omhoog kunnen hijsen. Echter, door de golven hield m’n stuurautomaat de boot niet lekker op koers en ben ik veel snelheid en hoogte verloren. Het rif in het grootzeil zat er ook snel in. Daarna mijn weg naar SportC vervolgd. Gelukkig kwam de route steeds dichter onder de kant waardoor de grote golven minder werden.
Rust aan boord. De stuurautomaat deed haar werk weer en ik ben binnen droge kleren gaan aantrekken, iets eten en even tot rust gekomen. Helaas moest ik opnieuw opkruizen naar de boei, omdat ik met mijn gereefde grootzeil en oude vormeloze fok totaal geen hoogte meer kon varen. Ik zag alle andere boten aan me voorbij trekken, in 1 lang rak naar boei. Ik heb 2x zoveel afstand moeten afleggen.
SportC bij medenblik gerond, en daarna de nasi klaargemaakt (zo’n groene zak waar je warm water bij doet en 10 minuten wacht). Heerlijk gegeten, dat in de weet dat mijn schoonouders samen met Jorik ter ere van zijn mams verjaardag lekker zaten te eten. O wat zal mij die eerste echte maaltijd aan wal goed smaken, en o wat heb ik zin in een heerlijk koud biertje daarbij.
De schemer was al ingevallen en de zon begon aan haar laatste minuten. De nacht viel in, ik ronde de KG boei bij Enkhuizen en zette koers terug naar Urk.