Vorig jaar is de mast van het schip gevallen door een gebroken wandputting. Omdat de gietijzeren mastvoet gebroken was en het blok waar de mastvoet opstond, wilde ik het dak eronder kaal hebben om te controleren of daar niet significante beschadigingen in zaten. Zo gezegd zo gedaan; ik heb het beslag rond de mastvoet verwijderd en het dak rond de mastvoet kaal getrokken. Helaas ontdekte ik aan de bovenkant oud rot. Omdat de rot er droog uitzag en voelde besloten we het te laten zitten, op te vullen en er overheen te schilderen.
Omdat het beslag van het dak af was, de mastvoet binnen op dat moment ook van z’n plek was, gaf ons de gelegenheid het stuk plafond, waar normaal veel moeren en bouten doorheen staken goed te kunnen schuren. Terwijl Daan bezig hiermee was, viel de versteviging van het dak af. Dit werd al die tijd op z’n plek gehouden door het doorgestoken beslag. Doordat de versteviging wegviel kwam er meer houtrot in het zicht. Dusdanig dat we besloten het dak open te zagen en de houtrot te verwijderen. Dit was het moment dat we besloten de boot de zomer van 2020 op de kant te laten liggen en de hele opbouw kaal te halen.
De verstevigingen op het dak waar de valstoppers en de lieren stonden, heb ik eraf gebijteld. Het stukje hout waar een kikker op stond, wilde ik alleen maar kaalhalen, maar toen ik de verfkrabber erop zette trok ik het hele stuk hout weg; verrot.
Aan de voorkant van de kajuit, bleek onder een laag vage plemuur een lelijke reparatie te zitten. De plemuur verwijderd, gat naar binnen. Aan de binnenkant op die plek werd opeens duidelijk wat die rare niet afgewerkte vlekken deden: lelijke reparatie. Dus dat heb ik helemaal kaal geschuurd, er is een blokje gemaakt om het gat mee op te vullen en met epoxy weer netjes dicht gemaakt. Ook de lelijk gerepareerde plek binnen heb ik met epoxy opgevuld. Schuren, lakken, en je ziet er niets meer van.
Met hulp van Joop heb ik een constructie gemaakt waarmee ik het vierkante gat, op de plek van de mastvoet, kon repareren. Het dak loopt rond, dus het niet een kwestie van een plankje er zomaar in lijmen. Volgens de 1/7 regel heb ik een vierkante plaat op maat gemaakt en met behulp van de constructie de plaat in het gat gelijmd. Hierna heb ik een nieuwe plaat van 5mm over de reparatie heen geplakt, ook deze is naar de ronding van het dak gevormd. Gelukkig kan dat nog vrij makkelijk met 5mm.
Voor deze reparaties gebruik ik mahoniemulitplex, watervast. Dit multiplex is zo verlijmd dat er geen water tussen de verschillende lagen terecht kan komen. Dit heb ik bij de Amsterdamse fijnhout handel gehaald.
Bij het verwijderen van het rot, heeft het mastspoor, de dikke balk waar de mast en het beslag op staat, het niet overleefd. Het nieuwe mastspoor is gemaakt van 150mm dik massief mahoniehout. En is met epoxy 700 lijm vastgezet op het dak. Van dit zelfde materiaal heb ik verstevigingen gemaakt voor naast het luik, op de achterkant van de kajuit. Hier komen later weer de valstoppers en lieren op terug.
De zijkanten van de kajuit zijn door een vorige eigenaar gedubbeld. Waarschijnlijk omdat het originele hout niet meer mooi was. In deze dubbeling was her en der wat werking ontstaan en lelijke spleten tevoorschijn gekomen. Deze spleten zijn leeg geschraapt en opgevuld met epoxy.
Nu moet alles nog glad geschuurd worden, randjes moeten mooi afgerond worden en dan is het eindelijk klaar om te schilderen:
eerst 2 of 3 lagen epoxy injectiehars, gevolgd met impregneer, daarna worden de delen die blank blijven geschilderd met karaat. Deze bevat een UV filter waarmee het hout eronder tegen de zon wordt beschermd. Dit voorkomt dus ook deels dat het rode mahonie naar geel verkleurd.
Over het dak leg ik een glasmat ter versteviging van het dak. Daarna schilder ik het multiplex weer wit.